Benieuwd wat een Neufer voor jou kan betekenen? Lees meer

Zoeken

Zoeken

Droogtebeleid in Nederland: tijd voor regie!

Nederland en water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vaak denken we daarbij aan regenbuien, volle sloten en wateroverlast, maar de werkelijkheid verandert. Sinds 2018 hebben we meerdere extreem droge zomers meegemaakt. Twee daarvan, 2018 en 2022, behoren tot de zes droogste zomers ooit gemeten [5]. Ook dit jaar, 2025, komt daar dicht in de buurt. Het huidige neerslagtekort is 233 millimeter, bijna het dubbele van een gemiddeld jaar in deze periode [1].

Over dit groeiende droogteprobleem hoor je nog relatief weinig. Veel Nederlanders zien het nog als een tijdelijk of incidenteel probleem, in plaats van een structurele ontwikkeling. Zodra de regen terugkeert, verdwijnt de urgentie vaak naar de achtergrond. Deze misvatting maakt dat droogte zelden dezelfde aandacht krijgt als wateroverlast of overstromingen [7]. Lotte voorziet grotere problemen en vindt dat het droogteprobleem hoger op de agenda’s moet komen.

Een blik op Enschede

Om beter te begrijpen waarom droogte nog zo weinig prioriteit krijgt, deed Lotte een jaar geleden onderzoek in de gemeente Enschede. Enschede ligt op zandgronden, in het oosten van Nederland, een omgeving die extra kwetsbaar is voor droogte én voor wateroverlast. De combinatie van hoogteverschillen tot veertig meter, een zandbodem met een onderliggende keileemlaag en de afhankelijkheid van regenwater maakt dat de regio snel last heeft van droge periodes [8].

“Zodra de regen terugkeert, verdwijnt de urgentie vaak naar de achtergrond.”

De zomers van 2018, 2019, 2020 en 2022 lieten hun sporen achter [3]. Van verdroogde bomen en gewassen, schade aan landbouw en natuur tot zorgen over de drinkwatervoorraad. Toch ligt de beleidsfocus in Enschede volgens meerdere respondenten nog vooral op wateroverlast. Zo wordt er vooral geprobeerd om natte voeten te voorkomen, bijvoorbeeld door regenwater sneller af te voeren of juist meer ruimte te geven en geleidelijk af te voeren. Ook andere organisaties in de regio erkennen de problemen, maar geven droogte zelden prioriteit [6].

Beleving stuurt beleid

Waarom krijgt droogte nog niet de aandacht die het verdient? Een belangrijk deel van het antwoord zit in risicoperceptie. Uit onderzoek blijkt dat risicoperceptie een van de belangrijkste drijfveren is om maatregelen te nemen voor het aanpassen van droogte [1].

Iemand die zelf schade heeft ervaren door droogte of zich bewust is van de gevolgen van droogte is eerder geneigd tot actie. Zolang droogte niet wordt beleefd als een urgent probleem, blijft beleid vaak achter. Organisaties en overheden die de urgentie wel voelen, ontwikkelen eerder beleid en zetten concrete maatregelen in gang, zoals het laten meanderen van watergangen zodat het water minder snel wordt afgevoerd [6].

“Zolang droogte niet wordt beleefd als een urgent probleem, blijft beleid vaak achter.”

Van bewustwording naar actie

De dynamiek beperkt zich niet alleen tot Enschede. Ook elders in Nederland ontbreekt een samenhangende strategie om droogte aan te pakken. Vooral op hoge zandgronden, zowel in het zuiden, midden, als oosten van het land, staat het grondwaterpeil steeds vaker lager. Toch staat het bij gemeenten nog niet structureel op de beleidsagenda.

Daar zijn verschillende redenen voor:

  • Droogte is een sluimerend probleem: de effecten worden pas zichtbaar als het eigenlijk al te laat is [7];
  • De gevolgen zijn ook vaak minder acuut en zichtbaar dan bij wateroverlast of overstromingen [7];
  • Ons waterbeheer richt zich historisch gezien op het zo snel mogelijk afvoeren van water, niet op het vasthouden ervan [9].

Het gevolg is dat de aanpak van droogte versnipperd en reactief blijft.

Hoe nu verder?

Alles wijst erop dat droogte geen uitzondering meer is, maar een terugkerend fenomeen [2]. Als je het Lotte vraagt, is er vooral meer kennis en bewustwording nodig over de gevolgen van droogte, juist omdat het zo’n sluimerend probleem is. Vervolgens kan droogte ook een volwaardige plek krijgen in beleid, waardoor er sneller en meer droogtemaatregelen genomen worden. Dat betekent concreet:

  • Meer onderzoek naar kwetsbare gebieden en de effecten van recente droge periodes;
  • Bewustwording vergroten bij beleidsmakers én inwoners;
  • Droogte integreren in ruimtelijk- en waterbeleid;
  • Structurele maatregelen invoeren, zoals het verontdiepen van beken, vergroening, bodemverbetering, waterbuffering en waterretentie.

Als droogte het nieuwe normaal wordt, moet volgens Lotte ons beleid daar in mee gaan. Alleen met structurele aandacht en samenwerking kunnen we toekomstige schade beperken.

Bronnen: