Sinds 1 januari van dit jaar is de Zero Emissie Zone (ZEZ) officieel van kracht in Amersfoort. Als onderdeel van het omgevingsprogramma van de gemeente, ligt de focus op een schonere bevoorrading van de binnenstad. Mick denkt in de rol van assistent-projectmanager mee over het beleid en houdt contact met betrokken partijen.
“In bepaalde gebieden, zoals de Langestraat waar veel winkels en mensen zijn, is het doel om bevoorrading alleen nog met schone voertuigen toe te staan,” legt Mick uit. “Het is een eerste stap om de uitstoot in de binnenstad drastisch te verminderen en de leefbaarheid te verbeteren. We willen een omgeving creëren waar mensen graag verblijven, zonder de hinder van vervuilende voertuigen.”
“Ruimte creëren voor iedereen in de stad begint in het centrum, waar de meeste mensen verblijven. Ik werk graag mee aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid. In mijn eigen stad Amersfoort maakt het nog eens extra bijzonder!”
Mick
Van beleid naar praktijk
"Als assistent-projectmanager val ik officieel onder de projectmanager maar sinds haar vertrek heb ik er veel taken bijgekregen, zoals het contact met de logistiek makelaar en communicatieadviseur. Er gebeurt ontzettend veel, zeker met de landelijke discussie over het uitstellen van de ZEZ. De lijnen met de wethouder zijn kort, ik adviseer hem over diverse (beleids)keuzes en praat hem bij over landelijke (beleids)zaken.
Daarnaast organiseer ik samen met mijn collega’s bijeenkomsten voor ondernemers. Deze bijeenkomsten zijn belangrijk om hen tijdig mee te nemen in de plannen. En dat is goed gelukt, want er is geen enkel bezwaar gekomen op ons verkeersbesluit. Een unieke situatie, die mede te danken is aan de goede contacten en een lange communicatieperiode.”
Samenwerken aan oplossingen
“De veelzijdigheid in mijn werk zorgt ervoor dat iedere dag boeiend is. Vooral het contact met de ondernemers vind ik leuk en leerzaam. In gesprek gaan over specifieke casussen en samen nadenken over oplossingen geeft me zoveel energie. En als die oplossingen ook nog blijken te werken, kan mijn geluk niet op. Daarnaast vind ik het interessant om op landelijk niveau mee te praten, bijvoorbeeld met andere gemeenten en het ministerie.”